20 juli 2014
Leeswijzer
In deze Stijlwijzer
staan de voor de Heraut
juiste termen en schrijfwijzen cursief;
onjuiste
of ongewenste staan in romein, bijvoorbeeld: heer (niet:
koning).
Wij gebruiken dubbele aanhalingstekens (“ en ”) uitsluitend voor een citaat van enige omvang binnen een alinea broodtekst.
aanstaande,
jongstleden
De uitdrukkingen ‘aanstaande’
en ‘jongstleden’
(al dan niet afgekort) bij data
gebruiken wij niet; zo nodig zetten wij het jaartal
erbij.
afbreken
Bij het afbreken van woorden aan het eind van een regel vermijden wij
afbrekingen die afbreuk doen aan de leesbaarheid of die anderszins
storend
aandoen: tegen-over
(niet: tegeno-ver). Samengestelde
woorden
breken wij zo mogelijk af tussen de samenstellende delen: informatie-doublet,
tegenspel-conventie. Wij
vermijden het afbreken van een woord onderaan een rechterpagina.
afkorting
Wij schrijven als regel alleen afkortingen die als afkorting
worden uitgesproken: NBB
(je zegt ‘enbeebee’), maar: met ingang van
(niet: m.i.v.; je zegt niet ‘emmivee’). Punten in
afkortingen gebruiken wij alleen als deze verplicht zijn volgens de
officiële spelling of als
ze de leesbaarheid ten
goede komen.
Symbolen voor eenheden, zoals cm
voor centimeter,
of voor valuta's, zoals € voor euro, tellen niet als afkortingen. Zie
ook bieding, kaart en windrichting.
auteur
De auteur van een artikel vermelden we onderaan het artikel, rechts
uitgelijnd en cursief,
overigens in hetzelfde lettertype als de broodtekst.
Zie ook naam.
beletselteken
Wij schrijven het beletselteken als drie punten (of een
speciaal teken daarvoor), van het laatste woord gescheiden door een
(harde) spatie: Had ik
maar ... Wij gebruiken
het beletselteken spaarzaam.
bieding
Zowel in broodtekst als
in diagrammen
schrijven we een bod als de hoogte in de vorm van een cijfer gevolgd
door de speelsoort in de vorm van een symbool, zonder spatie ertussen: 1
tot en met 7SA.
De biedingen pas,
doublet en redoublet schrijven
we in onderkast en voluit, tenzij daarvoor in een diagram de ruimte
ontbreekt.
biedverloop
Een biedverloop vermelden wij zo mogelijk in diagramvorm
met de windrichtingen
van links naar rechts in de volgorde west, noord, oost, zuid. Als de
gever niet west is, bevat de eerste regel kastlijntjes voor de
windrichtingen links van de gever. Betekenissen van biedingen, voor
zover
relevant voor de lezer, vermelden we als genummerde noten onderaan het
biedverloop. Alerts vermelden we alleen als ze relevant zijn in het
verhaal, bijvoorbeeld wegens arbitrage erover. Het einde
van de bieding kunnen wij vermelden als allen passen in
plaats van driemaal pas,
met name als dit een regel scheelt. Voorbeeld:
West | Noord | Oost | Zuid |
– | – | pas | 11 |
1 | doublet2 |
2 | 33 |
pas | 3SA | allen passen | |
1vanaf doubleton 2negatief 3inviterend (sterker dan via 2SA) |
Een kort
biedverloop kunnen we ook binnen broodtekst
beknopt weergeven met biedingen van
de eventueel tussenbiedende partij tussen haakjes:
1-3SA of
1-(1)-3SA;
dat wil in beide gevallen zeggen: de partner van de 1-bieder
besluit de bieding met 3SA.
bijschrift
Een eventueel – niet
verplicht – bijschrift bij een figuur, schema of
tabel staat in een lettertype van minstens een punt
kleiner dan de broodtekst.
Nummering van figuren, schema's of
tabellen gebruiken we alleen als we ernaar verwijzen in de tekst.
Bridge
De naam van het blad van de NBB
schrijven wij als: Bridge,
met één hoofdletter en altijd cursief. Aanduidingen
als ‘het bondsblad’ vermijden wij.
bridgetermen
Enkele conventies en andere bridgetermen met een misschien lastige
spelling of hoofdlettergebruik:
alerteren,
biddingbox (~es), Biedermeijer, butler,
cross-imp, crossruff, eenkleurenspel,
Gazzilli,
Ghestem, good-bad, Ingberman, Lavinthal, Lebensohl, Lightner, Meckwell,
Michaels, multi, multicolored, multi-Landy, namyats, Niemeijer, raptor,
Rozenkranz, Truscott, Woolsey, Yarborough
broodtekst
De uitdrukking ‘broodtekst’ staat voor gewone tekst zonder
enig bijzonder kenmerk. Zie ook regelval.
Niet als broodtekst tellen tekstelementen als: auteur van artikel; biedverloop in diagramvorm; bijschrift; alineagroot citaat; colofon; koppen; tekst in figuur, schema of tabel; voetnoot of eindnoot; voettekst. Zulke elementen staan als regel in een lettertype van minstens een punt kleiner dan de broodtekst, tenzij in deze Stijlwijzer anders vermeld.
citaat
We schrijven citaten als volgt:
datum
Wij schrijven een datum zo mogelijk voluit in de vorm: 9 oktober 2011
(niet: 9-10-11). Bij
data in het lopende jaar kunnen wij het jaartal weglaten. Wij
vermijden het woord ‘data’
in de zin van gegevens, behalve in vaste uitdrukkingen zoals datacommunicatie.
dummy
De hand die bij het spelen open op tafel ligt, noemen wij de dummy
(niet: blinde).
genitief
Wij schrijven de genitief bij eigennamen met een apostrof als
anders verwarring dreigt: Han's
artikel
(niet: ‘Hans artikel’, wat verwarring kan geven met ‘Hans' artikel’);
echter: iemands artikel.
In plaats van de genitief kunnen wij ook de
constructie Han zijn
artikel gebruiken.
haakjes,
vierkante
Wij gebruiken vierkante haakjes [ en ] om toevoegingen, wijzigingen en
weglatingen in overigens letterlijk geciteerde
tekst aan te geven.
hand
Een
hand kaarten vermelden wij
zo mogelijk met de kleuren van boven naar
beneden en de kaarten van links naar rechts zonder spaties ertussen.
Een renonce geven wij aan
met een kastlijntje:
KQ1092 | |
AJ874 | |
– | |
K103 |
Heraut
Wij schrijven Heraut,
met één hoofdletter, in broodtekst
altijd cursief
en als regel met lidwoord: de
Heraut (zie echter voettekst).
Aanduidingen
als ‘ons blad’
gebruiken wij spaarzaam.
imp
Wij schrijven de afkorting voor
internationale matchpunten als: imp,
in onderkast
zonder punten. Zo ook: cross-imp.
Meervoud: imps,
zonder apostrof.
IMP
De naam van het bridgeblad IMP
schrijven wij met drie hoofdletters
zonder punten en altijd cursief.
interview
Bij een interview in vraag- en antwoordvorm zetten we de vragen van de
interviewer vet, de antwoorden
van de geïnterviewde elk als één alinea broodtekst.
Noch de vragen, noch de
antwoorden behandelen we als citaten;
we zetten ze dus niet tussen aanhalingstekens:
Hoe voel je je als
kersverse Clubmeester?
Ik probeer bescheiden te blijven; dat valt natuurlijk
niet mee.
kaart
De namen van de kaarten schrijven wij: aas,
heer (niet:
koning), vrouw, boer, tien tot en met twee. Wij schrijven
het
aas (niet: de
aas). Als verkorte aanduidingen van de kaarten
gebruiken wij de internationale, zoals op de
speelkaarten van de NBB: A,
K, Q, J, 10
(niet: H, V, B,
T), 9 tot en met 2. De aanduiding x
voor
een willekeurige lage kaart vermijden wij als de hoogte van de
kaart redelijkerwijs bekend moet zijn.
In broodtekst vermelden wij kaarten met kleursymbool en verkorte aanduiding, gescheiden door een (harde) spatie, als we zowel kleur als hoogte vermelden, maar voluit in woorden als we alleen kleur of alleen hoogte noemen: west kwam uit met A, maar: west kwam harten uit voor het aas van oost.
kastlijntje
Wij gebruiken een half kastlijntje oftewel ‘n-dash’ (–) in
plaats van
een divisie oftewel ‘gewoon’ streepje (-) met name in de volgende
functies:
kopij
Richtlijnen voor aanlevering van kopij door auteurs:
literatuurverwijzing
Literatuurverwijzingen zetten we in de volgende
vorm, naargelang het een zelfstandige publicatie betreft dan
wel een artikel binnen een publicatie (zie ook cursief,
aanhalingstekens):
metatekst
Metatekst is tekst over
kopijtekst in
conceptversies,
bedoeld om in de
definitieve versie te worden vervangen of verwijderd. We schrijven
metatekst voorafgegaan door twee apenstaarttekens en geel
gearceerd: @@klopt
dit?, zie
pagina @@. De
bedoeling van deze conventie is dat het opvalt bij proeflezen
en dat we er gemakkelijk digitaal op kunnen zoeken.
naam
Namen van personen, in het bijzonder van bridgers, schrijven wij als
hun gangbare roepnaam plus achternaam: Rosalind
Hengeveld.
Namen van getrouwden schrijven we met één
achternaam, hetzij
de
geboortenaam, hetzij die van de echtpartner, naargelang hun eigen keuze
of
gewoonte: Roefi Vilier
(niet: Vilier-Nurmohamed). Indien de aangeduide uitdrukkelijk anders
wenst, kunnen wij hiervan afwijken.
nadruk
Voor nadruk op woorden of zinsdelen binnen broodtekst
gebruiken wij
uitsluitend cursieve
tekst ‒
en dan nog spaarzaam; geen vette of onderstreepte
tekst, geen
tekst geheel in hoofdletters, en al helemaal geen combinatie van deze
effecten.
NBB
Wij duiden de Nederlandse Bridge Bond aan als: de NBB (niet: de
Bridgebond).
onder anderen,
onder meer
Wij schrijven onder
anderen (met n) als het slaat op personen, onder meer (liever
niet: onder andere) als het slaat op zaken.
onderstreping
Dit
weergavekenmerk gebruiken wij alleen om in een hand of deel
daarvan een gespeelde of te
spelen kaart
aan te geven: OW spelen
zero leads: J109+ maar KJ10+.
Het enige kenmerk dat wij spaarzaam gebruiken
om in broodtekst
woorden te benadrukken,
is cursivering. Ook
webadressen onderstrepen wij niet: www.bridge.nl.
paar
Wij vermelden een paar samenspelende bridgers in de vorm van hun namen in alfabetische volgorde van
achternaam, of bij gelijke achternaam in alfabetische volgorde van
voornaam, gescheiden door een ampersand (niet door een streepje): Pauline Hoefer & Ineke
Toet.
plaatsnaam
Wij schrijven plaatsnamen zoals vermeld op wegbewijzeringsborden: Den Haag (niet:
's-Gravenhage). Zo
ook district Den
Haag e.o. (zoals het officieel heet).
rechtzetting en
straf
Een herstel door de wedstrijdleider na een onregelmatigheid, zoals een
verzaking, heet rechtzetting.
Een straf
is een disciplinaire of procedurele toevoeging, bijvoorbeeld wegens te
laat komen.
regelval
In de Heraut wordt broodtekst
links uitgelijnd met vrije regelval
(oftewel ‘rechts rafelig’).
schudden
Het bewust
dooreenmengen van een spel kaarten noemen we schudden (niet:
wassen).
slem
Een contract op zes- of zevenhoogte heet slem (niet: slam).
spelling
Wij volgen de officiële spelling van de Nederlandse taal volgens Het Witte Boekje
van het Genootschap Onze Taal: reïntegratie
(niet: re-integratie); zie echter genitief.
Waar Het Witte
Boekje voor
hetzelfde woord meer dan één spelling vermeldt
als gelijkwaardige alternatieven, volgen wij de spelling volgens Het Groene
Boekje: cadeau
(niet: kado). Zie ook bridgetermen.
telefoonnummer
Een Nederlands telefoonnummer schrijven wij in de vorm 070 331
07 09, dus zonder streepje en altijd met netnummer.
tijd
In spelbeschrijvingen stellen wij bied- en spelverloop in de
tegenwoordige tijd, ook als het spel in het verleden is
gespeeld: West
komt uit met K
en de leider neemt het aas (niet: kwam, nam).
Voor het overige stellen wij uitdrukkingen van tijd in relatie tot het moment van publicatie van de Heraut (niet in relatie tot het moment van schrijven). Bijvoorbeeld: als het blad verschijnt in september, dan is ‘vorige maand’ de maand augustus (ook als de passage werd geschreven in juli).
tot
Aansluitend bij het gangbare spraakgebruik in bridge gebruiken
wij tot
in de betekenis ‘tot en
met’ in aanduidingen van kracht of biedniveau: tot tien punten
(kan heel wel tien punten zijn), negatief doublet tot 4 (op 4
nog negatief).
uitroepteken
Een
uitroepteken komt direct achter het laatste woord van de zin, zonder
spatie ertussen. Twee of meer uitroeptekens achter elkaar
zetten
wij niet. Wij gebruiken het uitroepteken spaarzaam.
verdeling
Wij schrijven 5332-verdeling
of kortweg 5332
als we bedoelen een (willekeurige) vijfkaart, twee driekaarten en een
doubleton.
vet
Dit
weergavekenmerk gebruiken wij alleen in koppen en voor
vragen in interviews. Het
enige kenmerk dat wij spaarzaam gebruiken om in broodtekst
woorden te benadrukken,
is cursivering.
VIVA
De naam van de vereniging, statutair geheten “Haagse
Bridgevereniging V.I.V.A.
(Voor Ieder Vol Afwisseling)”,
schrijven wij als: VIVA,
dus met vier hoofdletters zonder punten (als regel niet cursief).
voettekst
De vaste voettekst onderaan elke pagina (buiten de kaft) is van de broodtekst gescheiden door een
horizontale regel (lijn), staat in een
lettertype van minstens een punt kleiner dan de broodtekst en bevat de volgende
elementen:
|
||
Heraut | 17 | november 2011 |
De Heraut kent geen vaste koptekst.
vraagteken
Een vraagteken komt direct achter het laatste woord van de zin, zonder
spatie ertussen. Twee of meer vraagtekens achter elkaar
vermijden wij.
wachttafel en
zittafel
Als een paar een ronde niet speelt wegens bijvoorbeeld een oneven
aantal paren, dan heet dat een wachttafel.
Een zittafel wil
zeggen dat een paar alle ronden van een zitting aan dezelfde tafel
speelt.
windrichting
De vier windrichtingen schrijven wij in broodtekst
zonder
hoofdletter: west,
noord, oost, zuid; in kopjes zoals in een diagram van een biedverloop schrijven wij ze
met hoofdletter: West,
Noord,
Oost, Zuid. De twee windrichtingen voor de
samenspelende paren schrijven wij als NZ en OW, ook in broodtekst.
Copyright © 2014 Haagse bridgeclub VIVA, redactie Heraut. | Rosalind Hengeveld |